……Vrede zij ulieden!

Johannes 20: 19b

 

DE PAASGROET

Met deze woorden verschijnt de Heere Jezus na Zijn opstanding in het midden van Zijn discipelen. Woorden die dagelijks gehoord worden. Het is onder Israël de gebruikelijke groet, waarmee men elkaar dagelijks verwelkomt. Shalom! Juist die alledaagse gezegden slijten af, zodat niemand de eigenlijke betekenis er meer van beseft. Maar wanneer de opgestane Levensvorst deze woorden op Zijn lippen neemt, dan krijgen ze weer inhoud en diepte. Vrede, dat is een zaak die sinds het paradijs in deze wereld gemist wordt. Niet alleen maar dat er geen oorlog is. Velen zijn tevreden als zij in vrijheid en ongestoord hun weg kunnen gaan, terwijl in andere landen in deze wereld de oorlog woedt. Als die vrede voor ons voldoende is, dan hebben we nog nooit iets van Pasen begrepen. De vrede die Christus schenkt, is maar niet het ontbreken van oorlog. Het is die alomvattende vrede; die vrede die alle verstand te boven gaat. Het is vrede met God, vrede met de naaste en vrede met onszelf. Die vrede was ons deel toen de mens uit de hand van zijn Schepper voortkwam. Toen was alles in overeenstemming met de wil van God en daarom was er vrede in hof en hart. In de staat der rechtheid heerste volmaakte vrede.

Die vrede is echter wreed verstoord. De zonde is in de wereld gekomen en het is één en al onvrede geworden. Geen vrede meer met God, geen vrede meer met de naaste, geen vrede meer met onszelf. De liefdevolle gemeenschap met God is omgezet in haat en vijandschap. God openbaart nu Zijn toorn over alle ongerechtigheid. In plaats van een Vriend wordt God de schuldeiser van de mens. De zonde heeft wat teweeggebracht in deze wereld. De mens heeft zichzelf van de heerlijkheid die hij bij zijn schepping ontving beroofd. Toch wordt het gemis aan die vrede door velen niet gevoeld. Zij zijn zo gewend geraakt aan de bestaande orde dat zij er zich mee verzoend hebben. En, inderdaad, de Heere heeft nog veel goeds gelaten in deze door de zonde gevloekte aarde. Maar de echte vrede wordt gemist.

Maar wanneer de opgestane Christus Zijn discipelen bezoekt, roept Hij hen toe: “Vrede zij u!” Dan bedoelt Hij die volkomen vrede, die allesomvattende vrede en harmonie. Als Christus deze woorden uitspreekt, dan is het niet slechts een wens, maar Hij brengt die vrede. Hij heeft de beschikking over die vrede. Hij brengt deze vrede met doorboorde handen, waarin de tekenen der nagelen nog duidelijk te zien zijn en Hij toont hun Zijn zijde. Hij heeft deze vrede verworven door de onvrede te hebben doorworsteld. Hij heeft de heerlijkheid die Hij bij de Vader had, verlaten en is afgedaald naar deze gevloekte aarde, waar de onvrede heerst. Hij is van God en mensen verlaten geweest, waarin Hij de eeuwige onvrede doorleden en doorstreden heeft. Zo is hij de bron geworden van de vrede Gods die alle verstand te boven gaat.

Deze vrede gaat Hij na Zijn opstanding nu schenken aan Zijn kerk. Nu is er weer vrede voor elk hart dat de bitterheid van de zonde heeft leren smaken. Daar wordt de vrede gevonden voor ieder die met zijn onvrede schuilt aan Zijn doorboorde voeten. Daarom hoeft u niet te twijfelen, u die met uw zonden en ellenden vlucht tot de gekruisigde en opgestane Heiland, want het is Pasen geworden. Dat betekent dat Christus als de Levensvorst over de vrede kan beschikken.

Iedere zondag groet de verhoogde Christus Zijn gemeente met de paasgroet: “Genade zij u en vrede van God de Vader door de Heere Jezus Christus, in de gemeenschap van de Heilige Geest.” Christus komt met diezelfde woorden tot ons en ze hebben nog dezelfde kracht en inhoud. Het geloof alleen doet de zondaar in dat heil delen. Waar het geloof beoefend wordt, daar wordt ook de vrede Gods ervaren. De discipelen werden verblijd toen zij de Heere zagen. Die vrede van Christus brengt ook blijdschap en vreugde met zich mee. Dan wordt de verhouding tussen God en de mens weer hersteld. Dan is het hier nog maar een beginsel van die eeuwige vreugde, maar na dit leven zal ik volkomen zaligheid bezitten.

Buiten deze Heere Jezus Christus is er geen vrede. Als we die vrede met God niet kennen, dan zullen we straks God als een onverzoend en toornend Rechter ontmoeten. Dan wacht ons de eeuwige onvrede. Nog houdt Hij u Zijn vrede voor. Die is bij deze opgestane Levensvorst te verkrijgen. Hij deelt Zijn liefelijke vrede zelfs tot aan de verste grenzen mede. Dat geeft troost, in leven en sterven.

 

Ds. B. de Romph