…“Mens, uw zonden zijn u vergeven.”

 

Lucas 5: 20

 

Is dat het niet waar het allereerst om moet gaan in dit leven? Vergeving van zonden? Het antwoord luidt: nee, niet allereerst. Allereerst moet het in ons leven gaan om de heerlijkheid en de verheerlijking van God de Vader door God de Zoon! Dat is het onderwijs vanuit bovenstaand Woord. Het wordt immers gesproken door de Gezondene des Vaders. En de Boodschap is daarom: zie niet allereerst naar de geraakte en zijn vrienden. Maar zie op Jezus, de overste Leidsman en Voleinder des geloofs en hoor Zijn Woord. Want van de geraakte, die de mannen tot de Heere Jezus brachten, wordt geschreven dat hij, samen met zijn vrienden, geloofde. Is dat geen God verheerlijkend Woord! Want dit geloof is Gods gave. Waar geloof komt immers niet en nooit op uit de mens. Het is daarom God de Vader Die deze mannen, door het geloof, trekt tot Zijn Zoon. En het is de Vader Wiens verkiezende liefde zichtbaar wordt in hun komen tot de Zoon. Dat is geen verdienste van hen, maar genade van God. Dáárom spreekt Christus deze kostelijke Woorden: ”En Hij, ziende hun geloof, zeide tot hem: Mens, uw zonden zijn u vergeven”. Dit is Gods weg met schuldbeladen zondaren. Alle andere wegen zijn wegen des doods. Daarom, als u nog op die mannen ziet. U over hén verwondert. Bekeer u daar dan van en zie op de trekkende liefde van God de Vader tot God de Zoon.

Wanneer de Heere, Die weet wat in de mens is, uw leven overziet, ziet Hij daarin dan dit ware geloof in uw komen tot de Heere Jezus?  Want we lezen in deze geschiedenis, dat het van God de Vader geschonken geloof zondaren uitdrijft tot God de Zoon. Die vrienden en hun vriend hadden iets van het ”Geef mij Jezus of ik sterf”. Van Hem alleen was hun verwachting! Om Hem alleen was het hen begonnen. Ze wisten, door het geloof: ”Gij kunt redden, Gij Alleen”. Wanneer nou ergens, dan zie we hiér wat genade is. Wanneer nou ergens, dan zie we hiér wat geloven is. Het is horen van Jezus en komen tot Jezus. Hij Die het smeken en het klagen van zondaarsharten hoort. De geraakte, ontdekt aan zijn schuld voor God, heeft maar één bede die leeft in zijn hart: ”O God, wees mij, de zondaar, genadig”. In ons tekstgedeelte wordt de waarheid gezien van Gods belofte in Jer. 31: 9: ”Ze zullen komen met geween en met smekingen zal Ik hen voeren”. We zien hoe de HEERE de eeuwen door werkt in zondaarsharten en levens. Ze komen tot Jezus, getrokken door de Vader. Om, naar het Woord van de HEERE Zelf, door de Zoon tot de Vader te gaan. Dit geschiedt op de wijze ván de Vader, Die, door het zaligmakend werk van Zijn Zoon, erin verheerlijkt wordt. Zien we daarom ook nog even naar de geraakte. Genezen door het machtwoord van de Heere Jezus lezen we van hem dat hij heenging naar zijn huis: ”God verheerlijkende”. De bedoeling van Gods genade wordt als vrucht van het hem geschonken geloof gehoord van zijn lippen. Werden wij al op deze Goddelijke wijze, door het geloof, uitgedreven tot Jezus, om in deze weg, God verheerlijkende, vergeving van zonden te ontvangen?

Lucas 5: 20 is een helder bewijs daarvan, dat er alleen zó vergeving van zonden geschonken wordt. Buiten Jezus is geen leven. Zonder vergeving, door Hem Zelf geschonken, is er geen zaligheid, maar blijft de toorn van God op ons. Zo ik niet had geloofd, ik was vergaan…..

 

Ds. J. Bos