De grote Pottenbakker aan het werk (Jer.18)

De profeet Jeremia krijgt een eigenaardige opdracht van God.
Hij moet naar een pottenbakker gaan en kijken wat die man aan het doen is.
Als hij er is moet hij niet alleen kijken maar ook luisteren.
Luisteren naar de pottenbakker? Ook wel, maar vooral luisteren naar God.
God fluistert hem eigenlijk woorden toe die te maken hebben met wat Jeremia ziet.

Wat ziet Jeremia? Hij ziet dat de man bezig is om iets te maken op zijn draaiende schijf.
Hij wil er iets moois van maken. Daar heeft hij toch zijn werkplaats voor?
Maar de profeet ziet dat hij wat hij gemaakt had, weer oprolt tot een leemklomp.
Waarom doet u dat? Deze is mislukt.

De Heere God zegt tot Jeremia: zo is het nu eigenlijk ook met Israël. Het ligt op Mijn schijf, maar het wil niet in de vorm waarin Ik het hebben wil. Ik wil er iets moois van maken, maar het volk wil liever niet op Mij lijken.
Dan moet Ik het eigenlijk net als het leem weer in elkaar rollen.

De Heere God zegt tegen Jeremia: als het volk niet leeft naar Mijn geboden en niet naar Mijn Woord luistert dan moet Ik het verdelgen. Dan zal het moeten gaan naar een vreemd land. Het wil toch geen beelddrager van Mij zijn?

Dat is de foto van ons allemaal. Wij willen niet op God lijken. God had ons toch geschapen naar Zijn beeld? Maar wij wilden ons eigen zin doen,maar dan moet God ook ons weg doen.

Maar zegt de Heere: als het volk zich bekeert dan maak Ik er iets moois van. Dan pakt de Heere God de klei weer op.
Dan wordt hij/zij als het ware in de vorm van Christus gegoten. Dan wordt iemand weer een beelddrager van Mij. Dan wil iemand graag op Christus lijken.

De hemelse pottenbakker is nog aan het werk. Kneden doet wel eens zeer, maar het is nodig, want wij zijn nogal weerbarstig. Maar Gods handen kneden net zo lang tot we een mooi beeld van Christus worden.
Dan wordt het ons gebed: Heere, kneed mij maar en breek mij maar en vorm mij tot Uw eer.

A.K.Wallet