Meditatie

 

En Maria zeide: Zie, de dienstmaagd des Heeren, mij geschiede naar uw woord.

Lukas 1: 38a

 

VERWONDERING

Je weet niet waar je je het eerst over moet verwonderen als je Lukas 1: 26 – 38 leest.

Allereerst mogen we ons wel verwonderen over de trouw van de Heere. Op hoeveel momenten en op hoeveel manieren had Hij in het verleden niet gesproken en laten spreken voor de komst van de Verlosser. Daar was Hij nota bene vlak na de zondeval mee begonnen. En daar was Hij mee blijven doorgaan de hele tijd van het oude verbond door.

Behalve de laatste 400 jaar. Toen had de stem van de levende profetie gezwegen. Maar toen was de verwachting van de Messias niet navenant weggezakt. Er was een sterke verwachting van Zijn komst toen God liet bekendmaken dat de volheid van de tijd nu echt gekomen was.

Als Maria hoort dat zij de moeder van de Verlosser zal worden, beluistert zij daarin iets van Gods onbezweken trouw. Dan mag zij als eerste merken dat de Heere aan Zijn genade denkt en Zijn trouw aan Israël niet krenkt. Spoedig zal Hij de Verlosser zenden!

En moeten Gods kinderen het ook vandaag niet hebben van deze trouw van de Heere? Waarom gaat Hij door met Zijn werk in Zijn kerk en in ons leven? Waarom wordt dagelijks Zijn Koninkrijk nog uitgebreid? Is dat aan ons te danken? Zijn wij van die trouwe mensen? Vergeet het maar. Dat de Heere Zijn werk in mensenlevens begint, voortzet en voltooit, heeft uitsluitend te maken met Zijn trouw. Leeft u daar al van?

Het tweede waar we ons over mogen verwonderen, is de manier waarop de Heere bekend laat maken dat Zijn Zoon naar de aarde komt. Nee, Hij stuurt geen profeet naar Maria toe. Zacharias komt het haar ook niet vertellen – hij is trouwens stom op dit moment.- God stuurt een van Zijn meest vooraanstaande engelen om Maria te verkondigen dat zij de moeder van de Verlosser zal worden.

En op wat een bijzondere wijze kondigt Gabriël Zijn komst aan. Hij noemt de naam van de Verlosser en geeft aan wat Zijn plaats en taak zal zijn. Hij licht ook iets van de sluier op als Maria vraagt op welke manier ze zwanger zal worden. God gaat Zijn Zoon in de wereld zenden om Zijn volk te verlossen en te regeren. Beide hebben ze nodig.

Hebben wij dat ook allebei al nodig gekregen? Nodig hebben we het, dat weten we wel. Maar hebben we het ook al echt nodig gekregen? Zijn we al achter onze nood? Heeft Gods Geest ons onze ellende en schuld al laten zien? Zijn we al echt zondaar voor God geworden? Zonder dit heb ik niet echt behoefte aan Gods Verlosser. Maar o wee als de Heilige Geest me aan mezelf ontdekt. Dan ga ik snakken naar Gods Gezalfde. En dan is het gedeelte dat we overdenken als muziek in mijn oren. Omdat ik weet dat Christus het ook helemaal heeft waargemaakt wat hier staat. Deed Hij dat ook al in uw leven?

Het derde waar we ons over mogen verwonderen, is de houding van Maria. Als jonge vrouw mag ze zich helemaal overgeven aan de leiding van de Heere. Ze heeft best nog veel vragen. Onwaardig zal ze zich ook gevoeld hebben. In alle eenvoud zegt ze echter: “Laat maar gebeuren wat u tegen mij hebt gezegd.”

Misschien worstelt u met Gods weg in uw leven. Misschien begrijpt u Zijn leiding in uw leven of in uw gezin niet. Hier zien we wat de Heere aan ons geven wil: restloze overgave aan Zijn wil en leiding. Wat ben je daar goed mee.

 

Ds. C.J. Droger