Gij zijt mij een verberging (Ps.32:7)

Heel mooi is deze tekst verwoord in de berijmde psalm: Gij zijt mij Heer’ter schuilplaats in gevaren.
Gevaren zijn er vele in ons leven. Wie kent ze niet? Allerlei zaken die op ons afkomen en ons dreigen te overheersen. De dichter van Ps.32 heeft het over: een overloop van grote wateren.
Hij ziet zoveel op zich afkomen en als God het niet verhoedt zal hij er in om komen.

Het kan een mens soms allemaal te veel worden. Als alles wat naar onze smaak gaat en we hebben niet teveel tegenspoed, dan voelen we de noodzaak om te schuilen niet zo.
Maar de Heere laat wel eens bepaalde moeiten en narigheden toe in ons leven, opdat wij de noodzaak zullen inzien om Hem als de enige schuilplaats te zoeken.

In dagen van aanvechting heeft David geleerd dat er plaats bij de Heere voor hem was.
Wat een wonder, wanneer we denken dat alles ons tegenloopt en we dreigen er onder te bezwijken, dan is de Heere als schuilplaats, als verberging.

David zegt maar niet dat hij een verberging gevonden heeft, dat hij ergens toch nog terecht kon of dat hij door vrienden werd opgevangen of iets dergelijks.
Nee, hij belijdt dat Gód een verberging voor hem is.
Ik heb mij in nood aan God verbonden, in Hem mijn hoog vertrek gevonden.

In deze tekst wordt ons voorgehouden dat niemand in de nood hoeft om te komen.
Het versje zegt: groter dan de Helper is de nood toch niet.

Wat zijn wij geneigd om het eerst overal te zoeken en het daar van te verwachten.
Wat heeft de verloren zoon gewacht om naar de veilige verberging bij zijn vader te gaan.
Eerst aan de zwijnentrog vond hij helemaal niets meer wat hem verbergen kon.

Eindelijk zien we hem gaan, onbeschermd, platzak, slecht in zijn vel.Dan eindelijk valt hij als een onbeschermde en hulpeloze in de armen van zijn vader.

‘Gij zijt mij een verberging’
De Heere blijft als de enige over, Die echt verbergen kan. Laten we nooit vergeten dat Hij dat is om Christus wil . Christus, Die echt nergens meer Zich verbergen kon. Hij hing aan het ruwhouten kruis.Maar juist in die weg heeft Hij voor al de Zijnen plaats bereid bij Zijn Vader.
Wie met David leerde door de knieën te gaan voor God om belijdenis van zijn zonden te doen, die zal ook in alle nood van zijn leven bij God een schuilplaats vinden. Hij zal hen nimmer om doen komen, in dure tijd en hongersnood.

Zelfs de dood kan ons niet scheiden van de liefde van Christus, zingt Paulus.
We kunnen ons houvast zoeken in ons gevoel of in bepaalde ervaringen in ons leven, maar die zijn te broos om ons te beschermen.

Alleen in Christus wil God in de stormen van ons leven en als al de takken van ons leven breken, een machtige verberging voor ons zijn. Laat u maar in Zijn armen vallen. Hoe? Door ons te verlaten op Zijn beloften, die in Christus ja en amen zijn.
Zijn machtig arm beschermt de vromen en redt hun zielen van de dood. Hij zal hen nimmer om doen komen, in dure tijd noch hongersnood.

A.K.Wallet